Een samenleving waarin iedereen ‘mobiel’ bereikbaar is en wil zijn, biedt de overheid de kans om de juiste boodschap bij de juiste groep af te leveren op het moment suprême. De techniek is er en heet cell-broadcast. Nu is de vraag hoe je die kunt gebruiken en met welk doel. Gaat het alleen om informeren of is het doel het gedrag van mensen te beïnvloeden. Bij een crisis zoals een incident met een gifwolk die over bewoond gebied trekt, lijkt alleen informeren niet voldoende. De overheid heeft met www.crisis.nl de weg gekozen van het voorbereiden van de bevolking om zichzelf in veiligheid te brengen en gebruik te maken van internet, lokale TV en radio voor verdere instructies.
Tijdens deze bijeenkomst ligt de nadruk op de vorm, maar kijken we ook naar de inhoud. De directe aanleiding is het plan van de overheid om dit jaar NL-Alert te lanceren. Dit is een nieuw waarschuwings- en alarmeringssysteem waarmee personen in de direct omgeving van een acute levens- of gezondheidsbedreigend incidentlocatie sneller worden geïnformeerd met een bericht van 160-200 tekens. De vraag is natuurlijk welke boodschap je in zo’n bericht kwijt kunt en dan: hoe reageren mensen daarop. Van dit systeem wordt meer verwacht dan van het huidige Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS). Dat is de sirene die iedere eerste maandag van de maand wordt getest. Dit signaal bevat geen duidelijke instructie en biedt ook niet de mogelijkheid van ontalarmering, zelfs als je dat zou afspreken. Vraag is wat je kunt met deze nieuwe communicatiemiddelen tijdens een chemisch incident met direct gevaar voor de bevolking. Tijdens deze bijeenkomst staat de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk model voor een incident en is de vraag: wat mogen verwachten van cell broadcast?