Incidenten in de procesindustrie kunnen desastreuze gevolgen hebben. De vraag is of deze incidenten en majeure ongevallen te voorspellen zijn. Neveneffecten van een majeur ongeval zijn de zogenaamde domino- en escalatie-effecten. Er is sprake van een escalatie-effect als een primaire ongewenste gebeurtenis zich voortplant naar delen van andere installaties binnen het bedrijf, waarbij de secundaire effecten ernstiger zijn dan de primaire gebeurtenis. Bij een domino-effect hebben consequenties in één bedrijf een effect op naastliggende andere bedrijven. Historisch zijn er verschillende voorbeelden van deze escalatie- en domino-effecten. Eén bekend escalatie-effect is de zware ontploffing van de Flixborough Works van Nypro Limited in Noord Linconshire, UK in 1974. Een net aangebrachte bypass tussen twee reactoren scheurt open tijdens de opstart en een grote hoeveelheid cyclohexaan ontsnapt, die explodeert. Als secundair effect ontstaan branden op vele plaatsten in de fabriek en vervolgexplosies blazen een groot deel van de fabriek op. Een ander bekend voorbeeld gebeurt tien jaar later bij een LPG opslag van het staatsolie bedrijf Petroleo Mexicana in San Juan Ixhuatepec, een noordelijke wijk van Mexico City. Een LPG lekkage op het terrein leidt tot een vuurbal, BLEVE, waardoor LPG pijpleidingen zijn gescheurd. De vlammenzee die hierdoor ontstaat heeft een aantal vervolgexplosies gegenereerd en LPG cilinders zijn als projectielen weggeschoten die deels in de naastgelegen woonwijk terecht zijn gekomen.
Duurzame Veiligheid 2030 is een programma voor een veilige (petro)chemische sector in Nederland, met aandacht voor escalatie- en domino-effecten. Er zijn meerdere onafhan-kelijke onderzoeken uitgevoerd naar dit onderwerp. Zo heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2018 het chemiecluster Chemelot onderzocht. Daar is expliciet gewezen op mogelijke domino-effecten tussen bedrijven binnen het cluster. In Delft is een eerste onderzoek afgerond naar het beheersen van de veiligheid in bestaande (petro)chemische
clusters. Belangrijke parameters zowel binnen als tussen clusters zijn kennisdeling, samenwerking en informatie-uitwisseling over ongevalsscenario’s tussen naburige (petro)-chemische bedrijven. Een meer strategische samenwerking binnen clusters kan veiligheids-winst opleveren. Het inrichten van een overkoepelend clusterorgaan kan hiertoe bijdragen. Clusterbeleid zal daarbij verder moeten gaan dan ruimtelijke ordening en externe veiligheid. De clusterbenadering impliceert daarmee ook een andere kijk op toezicht en handhaving.
Niet alleen voor de hoog risico Brzo-bedrijven is aandacht voor domino-effecten en escalatie-effecten belangrijk. Kleinere (petro)chemische bedrijven binnen clusters die net onder de Brzo-drempel vallen kunnen net zo goed een risico betekenen voor hun omgeving als grote geïntegreerde fabrieken. Ook zij vragen een aangepaste benadering voor een optimalisatie van veiligheid. Hebben gemeenten en regionale vergunningverleners genoeg zicht op risicorelevante bedrijven? Vinden de bedrijven in zo’n cluster elkaar om samen veiligheid op een hoger niveau te brengen? In hoeverre zijn maatschappelijke en economische omstandigheden zoals de huidige COVID-19 situatie van invloed op de herkenning en beheersing van deze risico’s?.

Programma:klik hier

Presentatie spreker 1: klik hier

Presentatie spreker 2: klik hier

Presentatie spreker 3: klik hier

Presentatie spreker 4: klik hier

Verslag in TtA klik hier